Wie slechts één maatschappij kent, kent geen



"In case you are wondering, this is not the same plane", grapt de stewardess. Na drie uur gewacht te hebben tot er een nieuw toestel beschikbaar was, kunnen we eindelijk plaatsnemen in onze comfortabele vliegtuigstoel. Over vijf minuten verlaat ik Slovenië. Tijd voor een korte reflectie op twee weken zomer universiteit in Ljubljana.

Al snel viel mij op: de netheid, stiptheid en organisatiegraad van onze Sloveense gastheren. Het programma voor de twee weken lag tot in de details vast en zou vervolgens ook precies zo uitgevoerd worden. Komende van een zekere universiteit uit Amsterdam was dit een ware openbaring: zo kan het dus ook! Schaduwzijde was natuurlijk dat dit ook de nodige stiptheid en volgzaamheid van mijn kant vergde. Gelukkig vielen mijn ontwenningsverschijnselen in het niet bij die van mijn Portugese, Spaanse en Griekse studiegenoten.

Een en ander schijnt een erfenis te zijn van de nauwe banden die Slovenië altijd heeft gehad met Oostenrijk en Duitsland. Ook in haar tijd als deelstaat van Joegoslavië heeft Slovenië zich altijd op het westen georiënteerd en zich tot op zekere hoogte afstandelijk gehouden van interne Balkanpolitiek. Het was dan ook het eerste land dat zich afscheidde van de Statenbond. Slovenen praten niet graag over het oude Joegoslavië, maar gelukkig waren er tijdens de zomer universiteit genoeg Kroaten, Bosniërs en (met name) Serven die graag over dit interessante stukje historie wilden praten. Duidelijk bleek dat Slovenen de nostalgische gevoelens van vele van hun voormalige landgenoten niet deelden. Liever richtten zij zich op de toekomst: op Europa. Eén van mijn studiegenoten voegde toe dat Slovenië maar al te haastig lid wilde worden van een nieuwe unie. Slovenie vindt het eng om op eigen benen te staan, was zijn cynische conclusie.

In colleges kwam de nieuwe oriëntatie van Slovenië duidelijk naar voren. Voor de start van elk college werd de student met veel woorden verzocht om vooral vragen te stellen en de spreker te onderbreken waar hij of zij dat nodig achtte. Van deze uitnodiging werd maar al te graag gebruik gemaakt door sommige van mijn studiegenoten. Dit toonbeeld van westerse waarden (vrijheid van meningsuiting!) kwam tamelijk onnatuurlijk over. Te meer, daar ik in de coulissen het nodige geklaag vernam over een gebrek aan respect voor docenten. Al met al leek het meer of hier plichtmatig afgedaan werd met het communistisch verleden, dan dat dit nu echt was wat de docenten wilden.

Ook in de architectuur was het verschil tussen oud en nieuw prachtig te zien. Op de eerste dag werden we met veel bombarie een universiteitsgebouw ingeleid, waar menig Hollands universiteitsbestuurder stinkend jaloers op zou zijn. Van buiten groots en modern, van binnen ruim en strak. En: gloednieuw natuurlijk. Glimmend van trots heette de decaan van de faculteit ons dan ook welkom. Zes dagen later echter gebeurde het onvermijdelijke: we moesten uitwijken naar een ander gebouw. Zo mooi modern als het eerste gebouw was, zo saai en kaal, geheel in communistische traditie, was dit gebouw.

Pas aangetreden bij de LSVb, kon ik het natuurlijk niet laten om met Sloveense studenten te praten over hun onderwijssysteem. Wat mij direct opviel was de late leeftijd waarop Slovenen hun tertiaire opleiding afrondden. Des te meer omdat alle studenten die ik sprak van plan waren na hun (bachelor) opleiding, een masteropleiding te gaan volgen in het buitenland. Uitgaande van de verhalen van de studenten, is de arbeidsmarkt voor afgestudeerden krap en moet de Sloveense student veel doen om zich te onderscheiden van de medestudent. De 4-jarige universitaire- of 3-jarige beroepsopleiding wordt dan ook dikwijls gedaan in combinatie met vele nevenactiviteiten. Veelgenoemd wordt participatie in NGO's en (inter)nationale vrijwilligersorganisaties. Gelukkig krijgt de Sloveense student de financiële ruimte om dergelijke activiteiten te ondernemen: de studie kost de student niets.

Sloveense studenten die naar het buitenland willen gaan kunnen dat doen met een Erasmus-beurs. Deze compenseert hen in de studiekosten in het buitenland. Waar veel West-Europeanen echter niet bij stil staan is de factor levenskosten. Ik sprak een ambitieuze Sloveense studente die met hoge cijfers een beurs had weten te regelen om in Utrecht een masteropleiding te volgen. Ze zag haar plan echter op het laatste moment in duigen vallen, toen ze vernam hoeveel de huisvesting en haar levensonderhoud haar zouden gaan kosten. Het verschil met Slovenië bleek te groot om te overbruggen.

Rijk aan nieuwe ervaringen en inzichten keer ik terug naar Holland. Ik raad een ieder die zich bekommert om het hoger onderwijs aan om -alvorens zich te buigen over het Nederlands stelsel- een blik te werpen over de grenzen. Want, zoals cultureel-antropoloog Fahrenfort eens zei, "Wie slechts één maatschappij kent, kent geen".

(dit artikel verscheen eerder op ScienceGuide)