It's been a while but Nokia might help us revive

Will Jonathan and friends be back in the mobile space soon?

Check back to find out!

http://www.discoveryzone.nl

Presidential race is over



McCain grijpt naast de titel..

Polderen met kwaliteit

Een kritische beschouwing van het voorgestelde accreditatiestelsel.


met Remie Bolte

Gesluierd in beleidsspecialistische taal werd onlangs één van de langsverwachte wijzigingen in het Nederlands hogeronderwijs gepresenteerd, dat van het accreditatiestelsel. “Het [voorstel] biedt onafhankelijke, externe borging en stevige kwaliteitszorg zonder dat er sprake is van bureaucratische invuloefeningen”, aldus minister Plasterk in zijn aankondiging eerder dit jaar (TK 31288, nr. 21). Wie het debat over kwaliteitszorg in het hogeronderwijs een beetje heeft gevolgd moet het voorstel met plezier gelezen hebben. Ze bewijst dat het poldermodel zijn kracht nog niet verloren heeft.

Introductie: Het Hoogste Goed

Voor hen die minder bekend zijn met het onderwerp volgt hier een korte introductie. Accreditatie is het mechanisme waarmee de kwaliteit van het hogeronderwijs moet worden gegarandeerd. Het is te vergelijken met een keurmerk: een opleiding moet een accreditatie aanvragen, en krijgen toegekend, om onderwijs te mogen aanbieden aan studenten. Een verleende accreditatie is geldig voor zes jaar. Wordt een opleiding bij de accreditatieaanvraag ondermaats bevonden dan wordt in principe de geldkraan dichtgedraaid, een studentenstop ingevoerd en de facto de boel opgedoekt.

Dit belangrijke mechanisme, accreditatie, moet van de minister op de schop. In zijn ‘strategische agenda’ – getiteld Het Hoogste Goed – krijgt deze hervorming een belangrijke plaats toebedeeld (TK 31288, nr.1). Dat het hogeronderwijs op den duur onderworpen zou worden aan een nieuw systeem van accreditatie werd al snel duidelijk na de introductie van het accreditatiestelsel in 2002. Sinds het begin klagen bestuurders van hogeschool en universiteit over de administratieve last van het accreditatieproces.

Protocol zonder oefening: de kritiek

In het huidige accreditatiestelsel wordt elke opleiding op HBO- en WO-niveau onder de loep genomen, zowel wat betreft het proces van kwaliteitszorg (proces audit; denk aan onderwijsevaluaties en functioneringsgesprekken) als de bereikte resultaten van de opleiding (product audit; denk aan slagingsrendementen en uitvalpercentages). De onderwijsinstellingen stellen dat dit veel dubbel werk oplevert omdat ‘het proces’ elke keer opnieuw wordt beoordeeld. Dat is geldverslindend en houdt docenten van hun werk. Een nieuw stelsel van ‘volledige instellingsaccreditatie’ zou hier een einde aan maken, omdat – de naam zegt het al – dan de gehele onderwijsinstelling zou worden beoordeeld in plaats van elke opleiding op zich. Of dat zo is, is echter de vraag.

De ‘proces audit’ levert in de praktijk veel dubbel werk op, maar dit komt vooral door het ontbreken van een gestructureerd kwaliteitszorgsysteem bij het gros van de instellingen. Veel van de gevraagde documenten moeten nu nog door docenten worden geproduceerd wanneer de opleiding wordt geaccrediteerd. Dit levert inderdaad een administratieve lastenverzwaring op. Tegelijkertijd toont het aan dat deze documenten nog niet aanwezig waren. Dit komt doordat het instellingsbrede kwaliteitszorgsysteem niet optimaal functioneert, of simpelweg ontbreekt. Een overgang naar instellingsaccreditatie zou dit gebrek niet verhelpen, maar verbloemen.

Vergelijk het met een bedrijf waar alle protocollen voor brandveiligheid in de kast staan, maar waar nooit een brandoefening wordt gehouden. In geval van brand zijn het niet de ordners die levens redden (proces), maar goed geïnstrueerde mensen en genomen veiligheidsmaatregelen (product). Daarnaast zouden de administratieve lasten in de tweede accreditatieronde al een stuk lichter moeten zijn. Veel van de benodigde documenten bestaan inmiddels en hoeven alleen te worden bijgewerkt aan de huidige situatie.

Voor sommige belanghebbenden lijkt het idee van volledige instellingsaccreditatie een doemscenario. Ten eerste vindt er alleen een proces-audit plaats: het beleid ten aanzien van de kwaliteitszorg wordt gecontroleerd maar er is geen controle van de praktijk. Dat degradeert het accreditatieproces tot een papieren exercitie waarbij de terugkoppeling naar de werkvloer zoek is. Het tweede bezwaar is de vrees voor de ‘afwijzingsdrempel’. De minister zal wel twee keer nadenken eer hij de bekostiging van een volledige instelling intrekt. Daardoor verliest het systeem zijn spreekwoordelijke tanden. Een systeem met enkel een volledige instellingsaccreditatie om de 6 jaar, zoals de hogeschool- en universiteitsbestuurders graag zouden zien, lijkt dus een slechte waarborg voor de kwaliteit.

Het compromis: verdiend vertrouwen

Wat is dan het alternatief? Enkele jaren polderen en een wisseling van de wacht tussen VVD en PvdA levert het volgende compromis op: het systeem van opleidingsaccreditatie blijft bestaan, maar wordt versterkt met een systeem van ‘verdiend vertrouwen’. Instellingen kunnen accreditatie op instellingsniveau aanvragen. Indien deze positief wordt beoordeeld, dan is er sprake van verdiend vertrouwen en geldt er voortaan een lichtere accreditatie voor opleidingen aan deze instelling. Het procesgedeelte wordt dan volledig overgeslagen, alleen het resultaat (product) wordt beoordeeld. Voordat de instellingsaccreditatie heeft plaatsgevonden, of indien een aanvraag negatief is beoordeeld, zal het (uitgebreid) accreditatiekader voor opleidingen worden gehanteerd conform de huidige praktijk.

Het compromis lijkt in eerste instantie een handreiking naar alle partijen. De instellingen wordt lastenverlichting in het vooruitzicht gesteld, studenten zien de beoordeling op opleidingsniveau gewaarborgd. Toch blijven er nog een paar vragen over waarvoor de minister vóór de invoering van het nieuwe stelsel een oplossing moet vinden. Het gevaar van dit systeem is dat proces en product audit niet meer aan elkaar gekoppeld worden. Vinden de beleidsdoelstellingen en de beoogde verbeterpunten ook hun weerslag in het resultaat? Het beoordelen van een opleiding is de enige plek waar beleid en resultaat samen komen, daar zal dus een toets moeten plaatsvinden. Ook blijft de periode van 6 jaar fors, zeker omdat sommige instellingen haast jaarlijks de curricula van hun opleidingen veranderen om in te springen op nieuwe maatschappelijke of pedagogische ontwikkelingen. Een frequente controle op kwaliteit binnen die periode, wellicht door middel van een steekproef, lijkt geen overbodige luxe. Resteert de drempel van afwijzing. Opleidingen met duizenden studenten worden niet snel afgekeurd. Dit is niet vanwege het (gebrek aan) kwaliteit maar vanwege de chaos die afkeuring zou opleveren. Naast het afkeuren van opleidingen moet de minister nog andere middelen vinden om instellingen te stimuleren de kwaliteit van hun opleidingen te verbeteren.

(Durven) leren uit ervaring

Zoals reeds in de openingsparagraaf wordt gesteld straalt het voorstel vooral gepolder uit. Compromissen zijn echter niet altijd het beste antwoord op een ingewikkeld probleem. Eén van de nadelen van dit compromis is dat het teveel uitgaat van het huidige systeem. Wat we missen is vernieuwing die meer omhelst dan een naamswijziging. In dat kader doen we graag enkele voorstellen. Hierbij putten we deels uit onze ervaring in de praktijk van accreditatie en deels uit de deelname van één van ons aan een delegatie die in 2006, onder leiding van het ministerie van OCW, modelland Engeland een bezoek aandeed om te leren van hun accreditatiestelsel.

Om met dat bezoek te beginnen: terugblikkend steekt er één ding boven alle ervaringen uit: wat voor een stelsel je hebt maakt niet zo gek veel uit, dát er een systeem is, houdt mensen scherp; en maakt dat onderwijsinstellingen zich zullen inspannen voor kwaliteitszorg. Voorts is het belangrijk om in het achterhoofd te houden waarop een accreditatiebesluit is gebaseerd. In Nederland is dat een ‘zelfevaluatie’, door medewerkers van de opleiding zelf geschreven, en een ‘visitatie’ (bezoek) aan de opleiding door een onafhankelijke accreditatiecommissie van inhoudelijk (vak)specialisten. Onze eigen ervaring met het schrijven van een zelfevaluatie, met het bijwonen van de visitatie en het spreken met de accreditatiecommissie is dat er een hele boel wordt opgeschreven en verteld, maar dat het voor de accreditatiecommissie een onmogelijke opgave is om te beoordelen wat waar is en wat wordt overdreven (of achtergehouden). Er van uitgaand dat geen enkele opleiding zo fatalistisch is om zich op papier onvoldoende te presenteren, en de gevallen van zichtbare wanorde en negatieve media-aandacht weglatend (gevallen die ook zonder een visitatie wel waren opgevallen), wil dat zeggen dat een visitatiecommissie niet kán beoordelen of een opleiding precies voldoet aan de eisen voor accreditatie.

Het is dus zaak te bedenken wie dat wél kan beoordelen. Allereerst zijn dat naar onze mening de studenten van de opleiding. In Engeland geeft men vorm aan deze gedachte door naast het zelfevaluatierapport een rapport te leggen dat door studenten is opgesteld. Beiden worden door de accreditatiecommissie gelezen. Een andere groep die in Engeland toezicht houdt zijn peers; vakgenoten die ‘bij de buren’ meekijken. Op elke opleiding in Engeland draaien, in de examencommissie, enkele externe wetenschappers mee (inhoudelijk verwant aan de opleiding, maar verbonden aan een andere onderwijsinstelling). Hun enige taak: jaarlijks een documentje ondertekenen waarin ze beamen dat alles naar behoren verloopt. Dat doen ze dan ook meestal… maar soms niet. In die gevallen staat de boel op stelten, dan is er écht wat mis en wordt er ingegrepen.

Laat, tot slot, duidelijk zijn dat we ons weinig zorgen maken over het voortbestaan van instellingen, opleidingen en de Nederlandse kwaliteitszorg. We moeten echter niet verbloemen dat we voor een belangrijke keuze staan. Wordt het een compromis van gedegen polderwerk, of nemen we met degelijkheid geen genoegen, grijpen we de kans voor ware vernieuwing? Aan de politiek ligt de keuze voor die wij al hebben gemaakt:

“The policy of being too cautious is the greatest risk of all” – Jawaharlal Nehru (1889 - 1964).

Niet leiden maar afleiden



Hoewel ik er nooit in geloofde, wordt het me tijdens mijn verblijf in Berkeley steeds duidelijker dat er iets is dat Europeanen met elkaar delen. Zijn het verheven waarden als tolerantie en verdraagzaamheid? Of is het platte afkeer van Amerikaanse fakeheid, hoogmoed en patriotisme? Misschien is het juist onze verdeeldheid en verscheidenheid: de tachtig talen, onze geschiedenis van strijd, nijd en de vele oorlogen. Wat het ook moge verklaren, het resultaat is een gedeeld kader.

Ik merk het in de dagelijkse omgang met studenten en staf. Ik voel het in de ongeschreven normen van de interactie – kijk je iemand aan of niet; op welke afstand blijf je staan; groet je met kus, hand of handgebaar. Contact met Europeanen gaat gemakkelijk en gesmeerd. Praten met Amerikanen leidt (na 4 maanden!) nog regelmatig tot onbegrip, ongemak en – gelukkig – tot hilariteit.

Nu de vraag voorligt wie het gezicht van Europa moet worden, doe ik graag de volgende suggesties voor het smeden van ons boegbeeld. 1. Geen consensus. Consensus leidt tot concessies en tot ‘veilige keuzes’. ‘Degelijke’ en/of ‘betrouwbare’ kandidaten moeten gemeden worden; die twee woorden staan synoniem voor karakterloos. 2. Kleurrijke kandidaat. Mits aan de eerste suggestie gehoor wordt gegeven, heeft deze suggestie inhoud: geen excuustruus of ‘wereldburger’, maar iemand met een roerig verleden, wilde ervaring, een kleurrijk leven. 3. Brood en spelen: de enige oplossing voor de politieke stroperigheid en publieke onderbuikgevoelens. Een leider moet niet leiden, maar afleiden. Jaloersmakend extravert, jeukend irritant of stuitent arrogant – alles beter dan onopvallend.

Schieten op Chicago



Via een mede-student belandde ik op een website van de University of Chicago, waar je kunt participeren aan een sociaal-psychologisch experiment. Ik vond het erg interessant, dus raad het van harte aan: hierr.

Omdat de uitleg nogal beroerd was, hier een aantal opmerkingen bij de test:

1. De laadtijd, op het begin, is nogal lang. Heb geduld.
2. Je krijgt een serie foto's te zien. Bedoeling is om snel te reageren.
3. Een goede beslissing leidt tot positieve punten, een verkeerde tot minpunten.
4. Bij het bekijken van de eindresultaten gaat het om het verschil tussen resultaat 1 en 3 en dat tussen 2 en 4.

Activism update



During Spring Break, our tree-sitter stepped down. From the tree, that is. But not long after, a new protest arose. This protest has to do with the appointment of the new UC President: current chancellor of the University of Texas Mark Yudof. At first, his appointment was celebrated and his persona appraised – Yudof is a distinguished researcher and fits the UC profile in his preoccupation with issues such as free speech and gender discrimination. Controversy arose when the financial aspects of his appointment were made public: Yudof will be earning $828,084 annually in wage and compensations. In the words of Richard Blum, chair of the Board of Regents who appointed him: “He's expensive, but he's worth it”. Others, however, have not been so generous. The view of the critics is best summarized by the following cartoon.


Meanwhile, (the city of) Berkeley witnesses another form of protest. Yesterday a local software company announced it will relocate outside of the city as a protest against the Berkeley police department (and, consequently, the city’s mayor). The police, the company’s CEO argues, is failing to guarantee safety and orderliness in downtown Berkeley as too large a share of the department’s officers are caught up dealing with yet another protest: that of the anti-war protesters, surrounding the US Marine recruitment center. The mayor’s decision to allow these protesters the space and time to voice their opinion, it is argued, has been detrimental to the business climate – eventually resulting in the company’s drastic step.

At our house, we decided to have a discussion session of our own regarding the Fitna-movie release. We watched the movie in a quite diverse group of people (i.e. of Iranian, German, Chinese, American and of course Dutch origin), but were unified in our perception of the movie: we all accepted the right of someone, anyone, to make a movie like this and we all agreed that it probably wouldn’t be very beneficial to the ‘problems’ Wilders is addressing. We exchanged opinions, rather, on issues such as the possible differences, when it comes to freedom of speech, between politician and civilians; and the friction between accepting dominant ideology and respecting dissent. All in all an enlightening experience for me to get a glance of what other people think of the things that I accept as ‘normal’. Now the waiting is for a translation of Rita’s maiden speech to appear online, so we can complete the ‘introduction to Dutch politics’.

Spring break



I know, life can be hard some times. But not when you're about to leave for Hawaii!

Revival of activism?



This morning, as I was making my way to the library through the crowded Sproul plaza, I encountered a large group of protesters. What looked like high school students and their teachers were passionately demonstrating against the SAT – the Scholastic Aptitude Test which determines admission for most American colleges. With chants like “Education not segregation / Integration not war” and the catchy “Hey hey / Hey ho / The SAT / has got to go”, they were energetically conveying the message: SAT measures privilege, not merit (as I read on a slightly more subtle sign one of the students was holding). I must admit, after having studied cultural reproduction theory for weeks, I enjoyed seeing Bourdieu’s theory [i] spelled out on a protest sign.

Returning home from the library I ran into yet another group of protesters: a gathering of Cal students who were holding speeches about the same topic that bothered the high school students. “Reverse the drop of underrepresented minority enrollment at UC Berkeley”, was their message. A police officer watched them from a distance, while his animal companion (“Morgan, a member of the UCPD Explosive detection K-9 Team” – reads the Collectable Trading Card which the officer handed me) entertained some bystanders.

Meanwhile, a hundred yards away, his/their colleagues were busy guarding the most recent ‘tree-site’ which has been ‘occupied’ by a tree-sitter two weeks ago. While, at the other end of campus several students have been ‘tree-sitting’ a giant Oak tree since August to prevent it from being cut down [ii], the most recent tree-sitter has a quite different motive. A masked guy who calls himself ‘Fresh’ proclaims to have occupied the tree to get attention for the university’s contract with BP oil, a contract which allegedly threatens UC Berkeley’s academic integrity [iii].

Ever since, the site has been guarded 24/7 by two police officers. The official story, as explained to me by a well-informed fellow student, is that the police are there to make sure that the protester is safe. At the same time – and perhaps the real reason for their presence – the police prevents ‘accomplices’ to provide the tree-sitter with water and food. (Last week two persons were arrested under charges of ‘suspicion of obstructing an officer’ after having flung bottles of water into the tree. [iv]) This ‘starvation strategy’ has yet to pay off. Up until now, the only effect seems to be just what the protester desired: attention. Two officers for himself, all the time. As I stroll home, stepping over the ‘Free Palestine’ stickers on the pavement, I find myself wondering what they talk about at night...

--------------------

[i] See, e.g. http://books.google.com/books?hl=en&lr=&id=QyTdmDIlKxwC&oi=fnd&pg=PA351&dq=bourdieu+forms+capital&ots=gNSS_aLnNz&sig=gSoXfcyH1pZC6Pzh2y3dAn6XPI4#PPA352,M1.
[ii] Both protest sites have been covered in great detail through youtube videos. For a look on the 'original' site, see http://www.youtube.com/watch?v=WiRY_A4E9Co&feature=related. See http://www.youtube.com/watch?v=7FZwUcoejWI&feature=related for some more spectacular (i.e. 'artistic') images. Here's some live action footage of the police's attempt to remove 'Fresh': http://www.youtube.com/watch?v=t9ZdNA36ulI. And the 'accomplice' throwing water is shown to be arrested here: http://www.youtube.com/watch?v=5AZB396-_CU&feature=related.
[iii] See http://www.commondreams.org/archive/2007/03/24/60/ for an essay on the subject.
[iv] See http://www.dailycal.org/article/100803/two_arrested_after_rally_for_tree-sitter for the local news coverage.